De Nuinhof
geschreven door Miel Bruls in zijn boek "Mensen van Nuth"
(alle rechten op de tekst bij Miel Bruls; voor meer info over het beeldmateriaal: info@NuthvanToen.nl)
Tegenover het N.S.-station te Nuth stond op de plaats, waar nu het viaduct onder de autoweg doorgaat, de kapitale hoeve de Nuinhof. Ze werd vroeger de Nieuwenhof of Villa Nova genoemd, maar in de volksmond was het de Nuinhof.
De witte boerderij en de muren met bogen omsloten het binnenplein, samen met het statige, stenen herenhuis en de hoge graanschuren op de achtergrond. Het geheel werd omgeven door tuinen en boomgaarden, en op de plaats, waar nu het perron is, was op een heuvel een zogenaamde lusthof met tuinhuis.
Het statige stenen herenhuis met lusthof en tuinhuis |
Dit "uithangbord" van Nuth moest in de dertiger jaren jammer genoeg wijken voor de "vooruitgang": de autoweg.
De Nuinhof met links het NS station |
Het tuinhuis achter de Nuinhof |
Rond 1600 is Vaes Huntgens, getrouwd met Jutta Renckens pachter, terwijl zijn broer Lenard Huntgens, pastoor van Nuth is, tot zijn dood in 1623. Opmerkelijk is, dat daarna ene Jan Renckens zijn opvolger wordt. Omstreeks 1700 is Frans Crijns uit Nuth de pachter, hij is dan 25 jaar getrouwd met Liesbeth Houben. Hij sterft op de Nieuwenhof met 67 jaar in 1719.
Omstreeks 1750 heeft zijn kleinzoon Frans, getrouwd met Maria Albrechts, het werk overgenomen. Zijn opvolger in 1757 heet Winand Delahaye en ziin vrouw Anna Smits, die op de Nieuwenhof 7 kinderen krijgt. De laatste pastoor, die van de tienden geniet, is Jan Scherpenseel, want de komst van de Fransen in 1794 maakt een einde aan deze inkomsten van de geestelijken.
Ook de Nuinhof wordt in het openbaar verkocht, en de opbrengst gaat naar de Franse schatkist, Georg Caleb de Schwartz koopt op 21 februari 1798 dit boerengoed voor 300.000 francs. Hij is de stroman voor de echte koper Werner Joseph Wolff, vrederechter te Oirsbeek, die een aanhanger van het Franse bewind is. Een paar jaar later verkoopt deze "Wolff in schaapskleren" de hoeve aan Frans Kerckhoffs, chirurgijn en Schepen van Nuth. Frans verhuist van Grijzegrubben naar de Nuinhof en woont er in de Franse tijd met zijn vrouw Gertrud Lintgens en 9 kinderen. Het gezin houdt er niet alleen een knecht en 3 dienstmeisjes op na maar ook de jezuïet Ceurvorst voor het huisonderwijs. Na de dood van Frans Kerckhoffs in 1819, woont er zijn vrouw met de kinderen, die allen hogere studies volgen. August wordt later notaris te Schinnen en Philip te Sint Truiden. Joseph wordt geneesheer te Brussel en Frans, die op de Nuinhof blijft wonen,is geneesheer in Nuth.
Zoon Jan Kerckhoffs, die in 1834 trouwt met Jeannette Lintgens, wordt dan de hoofdbewoner. Hij is griffier en in de Belgische tijd van 1830 tot 1836 burgemeester van Nuth. Op de Nieuwenhof worden nu 12 kinderen geboren, waarvan het jongste Philippina in 1866 met 6 jaar overlijdt. De 5e zoon Prospere reist in 1864 naar Mexico om Maxmiliaan te helpen in dat land keizer te worden en Alphons vertrekt in 1867 naar de "Pauselijke Staat", om deze voor Pius IX te behouden.
Het leven van de Kerckhoffs kost geld en de pachters moeten dit opbrengen. Daarom wisselen de pachtboeren vaak. In 1797 is nog steeds de oude Winand Delahaye met zijn zoon Willem de pachter. Hij heeft 9 knechten en 3 dienstmeiden. In 1820 volgt Mathias Damso met vrouw en 5 kinderen hem op, om in 1827 met de 7 knechten naar een hof in Oensel te verhuizen. Boer Willem Habets uit Hulsberg neemt het over tot 1830, als hij naar kasteel Neubourg bij Gulpen verhuist.
Tot 1840 werkt Leonard Forage op de hof met 10 knechten, o.a. Drikus Dritty uit de Kerkstraat in Nuth. In 1845 is Willem Corvers uit Wahlwiller zijn opvolger, maar ook hij vertrekt al gauw met 6 kinderen naar Wittem. Van 1847 tot 1853 betaalt Willem Slangen uit Nuth de pacht. Hij is getrouwd met Lies Kleintjes. In 6 jaar tijd, heeft hij 14 man personeel, komend en gaand. Zijn opvolger tot 1863 is Hubert L'Ortye uit Wijnandsrade. Uit hetzelfde dorp komt de pachter Jan Haeren en zijn vrouw Barbara Somers. Hij sterft reeds in 1874 op de hof en zijn zoons Herman, tot 1884, en Leopold, tot 1893, nemen het werk over. Op 27 februari 1883 sterft oud-burgemeester Kerckhoffs op de Nuinhof en zijn vrouw verhuist dan naar Ambij, waar haar zoon Jan kapelaan is geworden.
Tot 1840 werkt Leonard Forage op de hof met 10 knechten, o.a. Drikus Dritty uit de Kerkstraat in Nuth. In 1845 is Willem Corvers uit Wahlwiller zijn opvolger, maar ook hij vertrekt al gauw met 6 kinderen naar Wittem. Van 1847 tot 1853 betaalt Willem Slangen uit Nuth de pacht. Hij is getrouwd met Lies Kleintjes. In 6 jaar tijd, heeft hij 14 man personeel, komend en gaand. Zijn opvolger tot 1863 is Hubert L'Ortye uit Wijnandsrade. Uit hetzelfde dorp komt de pachter Jan Haeren en zijn vrouw Barbara Somers. Hij sterft reeds in 1874 op de hof en zijn zoons Herman, tot 1884, en Leopold, tot 1893, nemen het werk over. Op 27 februari 1883 sterft oud-burgemeester Kerckhoffs op de Nuinhof en zijn vrouw verhuist dan naar Ambij, waar haar zoon Jan kapelaan is geworden.
De eerste trein in Nuth |
Frans Sanders de eerste expediteur voor Van Gent en Loos |
De familie Ploem wonend op de Nuinhof |
Alphons Heuts, slager, mijnwerker en kruidenier, laat in de 20-er jaren, het café in de Nuinhofstraat bouwen, dat vanwege zijn 3 dochters het Dreimädelnhaus wordt genoemd. In de huisjes op de binnenplaats wordt aanhoudend verhuisd: handelaar Jacob Koonen, de telegrafist Willem Smits, spoorman Niek Otten, mijnwerker Peter Marell, beiden uit Schinnen, en hoefsmid Jan Royen uit Nuth, allen woonden eens op Nuinhof no.93.
Maar het einde van de hof is nabij, in 1934 wordt hij afgebroken en Nuth rest slechts de welbekende naam : de Nuinhof.
Maar het einde van de hof is nabij, in 1934 wordt hij afgebroken en Nuth rest slechts de welbekende naam : de Nuinhof.
Een mooi verslag van Nuth.
BeantwoordenVerwijderenMijn Grootvader bewoonde het Nieuwhof (NvT: de Nuinhof) en was de eigenaar tot zijn dood, toen moest mijn vader het erven met een grote hindernis i.v.m. met Duitse wetten die toen golden.
Wij waren op de hoogte dat het Nieuwhof moest wijken voor de Rijksweg (NvT: A76), bekend rond de twintiger jaren.
Omdat wij in Duitsland woonden moest het buitenlandse geld naar Duitsland gebracht worden: deviezen voor de Oorlog.
Ik woonde 27-06-1939 Spoorstraat 2. Mijn ouders zijn daar ook komen wonen en de afbraak is na ons vertrek naar Amby 13-02-1939 begonnen.
vriendelijke groet
Philipp Meissenberg