Halverwege de 18e eeuw liet Nicolaus
A Campo, schepen in Schinnen en Nuth, zijn imposante hoeve bouwen aan de
Maastrichterweg in Terstraten-Nuth. Dit pand van veldbrandstenen met speklagen
van mergel kreeg in de volksmond al snel de naam ’t Nieuwhuijs. Onder die naam
kwam het vanaf 1756 veelvuldig voor in de registers van de schepenbank en de
parochie. Het staat ook al met die naam op de Ferrariskaart van ca. 1776. Het
is daarom verwonderlijk dat bij de inschrijving van het pand in het
rijksmonumentenregister het bouwjaar 1794 werd opgenomen. Hoe kon dat zo komen?
En hoe zit het met de brand van 1810? In het artikel wordt de bouwgeschiedenis
ontrafeld aan de hand van historische bronnen en een nadere inspectie van de
voorgevel. Maar de hoeve geeft niet al haar geheimen prijs.